Sport-Management

Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je?

In vier jaar leer je vaardigheden die te maken hebben met organisatie, beleid, markt en financiën en je bekwaamt je als sporter en als trainer/coach in een beperkt aantal sporten. Je leert bijvoorbeeld sportevenementen organiseren, beleidsnotities schrijven, een marktonderzoek uitvoeren, begrotingen opstellen en publicitaire activiteiten ontplooien. Ook leer je wat er allemaal bij komt kijken als je een eigen sportonderneming wilt starten.

Opleidingsinhoud

Je maakt in dit jaar een communicatieplan voor de sportvereniging waar je stage loopt of voor een virtuele sportonderneming. Daarbij maak je gebruik van de moderne mogelijkheden die informatie- en communicatietechnologie biedt. Bij de uitvoering van het plan gebruik je je sportieve achtergrond en je deskundigheid op het gebied van marketing, organisatie, beleid en financiën.

Er wordt van je verwacht dat je zelfstandig werkt, kritisch blijft, je eigen doelen stelt en zelf je eigen vorderingen onder de loep neemt. Je zult al snel merken dat door de manier waarop het onderwijs is vormgegeven docenten verschillende rollen hebben namelijk die van coach, raadgever en leraar.

In het tweede en derde jaar van je studie staan wederom sportbeoefening, training en coaching centraal, maar ditmaal meer in het perspectief 'train de trainer'. Je houdt je bezig met de theoretische achtergrond van sportbeoefening in vakken als trainingsleer, kinesiologie en inspanningsfysiologie.

Uiteraard krijg je ook weer te maken met de zaken als markt, organisatie, beleid en financiën. Deze deskundigheidsgebieden worden geïntegreerd in de thema's '(operationeel) management in de sport' en 'strategisch handelen in de sport'. Vakken die deze thema's ondersteunen zijn bijvoorbeeld:

• Strategie en beleid in de sport;
  
• Projectmanagement;
  
• Sportmarketing;
  
• Sportfilosofie;
  
• Sport en recht.
  

Een grote variatie in werkvormen en een juiste mix van teamwerk en individueel werk zorgen voor veel afwisseling in het studieprogramma. In het tweede en derde jaar loop je gemiddeld 15 tot 25% van de studietijd per jaar stage.

In het vierde jaar studeer je af. Je stage neemt in deze fase 40 tot 50% van de studietijd in beslag. Ook houd je je bezig met je afstudeerproject. Je schrijft onder andere een ondernemingsplan en start wellicht al met de opzet van je eigen onderneming. Je afstudeerproject kan ook bij een bestaande sportorganisatie worden uitgevoerd. De inhoud van het project kun je grotendeels zelf bepalen, maar moet natuurlijk wel aan de kwaliteitseisen van de opleiding en van je stageplaats voldoen. In het afstudeerproject komt jouw visie op sport en sportontwikkeling tot uiting.

Vooropleiding

Voor de actuele eisen aan de vooropleiding verwijzen we je naar de website van de aanbieder.

Kosten

In het hoger onderwijs moet je collegegeld betalen aan de hogeschool of universiteit. Bij een hoger onderwijsinstelling die door de overheid gefinancierd wordt, is het collegegeld voor bepaalde groepen vastgesteld. Naast deze kosten krijg je te maken met schoolkosten, zoals boekenkosten, reiskosten etc. Deze bijdrage verschilt per school.

• Voltijdse opleiding:
  

Volg je een voltijdse opleiding dan bedraagt het collegegeld voor het studiejaar 2023/2024 € 2.314,-

• Deeltijd of duale opleiding:
  

Volg je een deeltijd of duale opleiding dan bedraagt het collegegeld voor het studiejaar 2023/2024 tussen de € 1.377,- en maximaal € 2.314,-. Dit bedrag wordt door de instelling vastgesteld.

Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks geïndexeerd.

Vervolgopleiding

Na deze opleiding kun je doorstromen naar een aansluitende masteropleiding aan een universiteit.