Kennisbank voor Studenten

5 Tips voor jouw verslag of werkstuk

1. Ga goed uitgerust aan de slag met het maken van jouw werkstuk of verslag. Op zaterdagnacht stappen om op zondagochtend met jouw verslag of werkstuk te beginnen? Geen goed idee. Met meer energie zal je merken dat jouw verslag of werkstuk makkelijker schrijft, sneller gaat en kwalitatief beter is!

2. Voorbereiding is het halve werk! Een veelbesproken uitspraak, maar niks is minder waar. Als jij goed voorbereid aan jouw verslag of werkstuk begint dan heb je meer kan om het juiste neer te zetten. Weet jij hoe de opbouw van jouw verslag in elkaar moet zitten? Heb jij de juiste informatiebronnen? Heb je misschien bekenden om advies gevraagd? Weet jij exact over welk onderwerp jouw verslag of werkstuk gaat? Wat wil je bespreken? Je zou een lijst samen kunnen stellen met alle belangrijke informatiepunten en van hier uit verder werken aan jouw verslag of werkstuk, op basis van deze lijst kan je een prioriteitenlijst maken van punten die jij belangrijk vindt, zo heb je altijd een persoonlijke checklist bij de hand.

3. Maak gebruik van korte en duidelijke zinnen. Een overvloed aan informatie is voor de lezer niet altijd prettig en zeker als er geen informatie in staat wat relevant is voor het verslag of het werkstuk. Je kunt beter een kortere tekst hebben met veel duidelijkheid dan een lange tekst zonder de juiste informatie of overbodige informatie.

4. Vergeet niet in je verslag of werkstuk de bronvermelding neer te zetten. Haal jij informatie van internet of uit boeken? Noteer dan de website of het boek inclusief de pagina waaruit jij de informatie hebt gehaald.

5. Begin niet op het laatste moment! Veel studenten zijn er bekend mee: de deadline is ingesteld voor een verslag en dan moeten ze nog op het laatste moment beginnen. Wanneer je op het laatste moment aan het verslag begint heb je misschien geen tijd meer om de juiste informatie te vinden, om het verslag compleet te maken, om de kwaliteit hoog te houden en om feedback te vragen.

BOL of BBL Stage, Wat is het verschil?

BOL (Beroeps Opleidende Leerweg)

Een BOL stage is een Beroeps Opleidende Leerweg.
BOL stagiairs volgen een “fulltime” studie en moeten voor de studie een bepaalde vastgelegde periode stagelopen. Bij de meeste opleidingen is dit voor een periode van 5 maanden waarnaar de student weer volledig naar school gaat. Over het algemeen begint de stage in September of Februari. Er bestaat de regeling dat de student minimaal 20% van de opleiding een stage moet lopen. Binnen de stage krijgt de student te maken met de kneepjes van het vak binnen de sector waarin de stagiair zijn of haar opleiding volgt. In de stage leert de student werkzaamheden te verrichten die aansluiten op de opleiding en de lesstof. Een stage is vaak zeer leerzaam, je komt erachter hoe het in het bedrijfsleven te werk gaat, lesstof kan in de praktijk gebracht worden en verdere praktijkervaring wordt opgedaan. Vaak moet de student vanuit de studie een stageverslag maken en de student krijgt een beoordeling voor de stage. Veel bedrijven geven een stagevergoeding, dit is echter niet verplicht. Het is altijd aan te raden om het CAO van de organisatie in te gaan kijken om te zien of de student in aanmerking komt voor een stagevergoeding. Bij een BOL stage heb jij wel recht op studiefinanciering en een ov-jaarkaart als jij hiervoor in aanmerking komt.

BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg)

Een BBL stage is de Beroeps Begeleidende Leerweg. Deze stage wordt ook wel werkend leren genoemd. De stagiair heeft in dit geval gekozen voor een opleiding waarin praktijkervaring bovenaan staat. De stagiair werkt minimaal 60% en de overige uren worden ingevuld door lessen. Over het algemeen gaat het hierbij om 1 lesdag of lesavond in de week.
Een BBL’er gaat mee in het arbeidsproces en krijgt ook een salaris en arbeidscontract. Hiervoor gelden ook de regels dat de student meegaat in de wettelijke regels van de arbeidsvoorwaarden. Binnen een BBL opleiding krijgen studenten de ruimte om veel ervaring op te doen in de praktijk en hierbij niet iedere dag naar school hoeven. Een BBL Opleiding wordt soms vergoed door de werkgever. Bij een BBL stage en BBL opleiding heb je geen recht op studiefinanciering of een ov-jaarkaart aangezien de stagiaire in de meeste gevallen een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever.

Competentiegericht Onderwijs (CGO)

Een competentie betekend “het vaardig zijn in iets” ofwel, een competentie is hetgeen waar jij goed in bent, inzicht in hebt en kennis van hebt.

In het bedrijfsleven wordt vaak gekeken naar de competenties van de werknemer.
Zo maken bedrijven al bij de sollicitatieprocedure gebruik van competentietesten en stelt de werkgever een profiel samen waarin de organisatie een medewerker zoekt die aan bepaalde competenties voldoet.

De scholen hebben in samenwerking met het bedrijfsleven voor iedere opleiding die gegeven wordt een kwalificatiedossier opgesteld. In het kwalificatiedossier staat vermeld waar een student aan moet voldoen om het diploma te halen. Per beroep zijn er in het kwalificatiedossier competenties opgesteld welke van toepassing zijn. Dankzij dit kwalificatiedossier kan de school met de student werken aan de juiste competenties voor de studenten waarmee het diploma behaald met een voldoende gehaald kan worden.

Het Competentiegericht Onderwijs / Competentiegericht Leren

Sinds 2010 wordt er op de scholen het competentiegericht onderwijs gegeven. De school geeft meer aandacht aan de praktijk in plaats van alleen de theoretische kennis. Het uitgangspunt van de scholen is de toekomstige baan van de studenten. Binnen het competentiegericht onderwijs is er oog voor persoonlijke vaardigheden, beroep gebonden vaardigheden en veel praktijkvorming.

De lessen binnen het competentiegericht onderwijs moeten ook toegepast kunnen worden in de praktijk. Ook de theoretische informatie die jij binnen je lessen krijgt heb je nodig binnen jouw opleidingsberoep. Je krijg in de lessen opdrachten in groepsverband, klassikaal en individueel.

Voor welke leerweg kies jij?

De Beroepsopleidende Leerweg (BOL): Als je kiest voor een BOL-opleiding dan volg je het grootste gedeelte van je opleiding op school. Daarnaast zijn er stages in de beroepspraktijk (tussen de 20% en 60%). Als je kiest voor de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) dan werk je het grootste deel van de tijd bij een bedrijf, en ga je minimaal één dag of avond in de week naar school voor theorielessen.

Wanneer je een MBO-opleiding succesvol hebt afgerond en je diploma op zak hebt, kun je er ook voor kiezen om verder te gaan leren op een niveau hoger. Na niveau 4 kun je vaak doorstromen naar het Hoger Beroepsonderwijs (HBO).

Examentips

Aan het einde van jouw studie begint het, jouw eindexamen!
Het eindexamen is waar jij jouw hele schoolperiode naartoe hebt gewerkt, deze moet je halen om jouw studie af te ronden en bezig te gaan met een vervolgstudie.
Ben jij al helemaal in de stress voor jouw examen? Is het belangrijk dat je hoge punten haalt? Of maak jij je geen zorgen weet je dat je het toch wel haalt? Voor een examen kan je studeren en veel leren. Plan hier je tijd voor in.

Hier een aantal tips om de echte examenstress te ontwijken:

1. Uitslapen!

   Slaaptekort is niet goed als je moet studeren of als jij in je examenperiode zit. Genoeg slaapt zorg voor voldoende energie en dit helpt weer voor het beter functioneren van jouw hersenen. Als jij een lange dag hebt gehad en je wil in de late uurtjes gaan studeren dan zal je merken dat je niet alle informatie die jij nodig hebt op kan slaan. Je kan beter uitgeslapen starten aan het studeren. Ditzelfde geldt natuurlijk voor de dag van jouw examen! Nachtje doorgehaald en dan examen doen? Dit kan effect hebben op jou concentratie en het terughalen van jouw studiestof.

2. Gezond eten

   Uit voedsel haal je energie. Er zijn verschillende voedingsstoffen die ervoor zorgen dat jij je fitter voelt en je beter kan concentreren. Zorg dat je in je examenperiode voldoende vitamines binnenkrijgt.
   Het beste om al je benodigde voedingsstoffen binnen te krijgen is de welbekende “schijf van 5”. Voldoende eiwitten, koolhydraten & granen, vetten & calciumrijke producten, groente & fruit en last but not least: vocht.

3. Een goede voorbereiding is het halve werk

   Zeker in het laatste schooljaar van jouw opleiding is het een advies om extra alert te zijn in de lessen. Leraren komen vaak met de beste tips voor het examen maar zijn ook ervaringsdeskundigen. De leraren kunnen aangeven wat er qua studiestof van jou wordt verwacht bij het examen en welke lesstoffen relevant zijn om extra aandacht aan te besteden. Als je deze tips goed noteert dan scheelt dit je veel tijd bij het studeren voor je examen.
   Ook je toetsen die je in de loop van de jaren krijgt zijn een onderdeel van je examen, behaal jij hier goede cijfers? Dan loop je een stap voor bij je examen. Gezien de toetsen het hele jaar door zijn hoef je dan minder tijd te besteden aan het studeren en kan je al flink wat pluspunten halen voor het examen!

4. Studeren

   Begin jij met studeren voor je examen? Maak eens een planning voor jezelf welke vakken je eerst gaat studeren, wanneer je pauze neemt, waar je gaat studeren. Altijd opsluiten op je kamer om te studeren heeft niet altijd het beste effect, je zou af en toe kunnen afwisselen en eens in de woonkamer of buiten gaan zetten. Ook zijn er in veel steden nog openbare bibliotheken waar jij in rust kan studeren. Afwisseling helpt. Ook een vast patroon aannemen in het nemen van pauzes is een advies, zo kan je voor jezelf altijd de doelstelling neerzetten wanneer je weer even mag stoppen met het leren. Een planning helpt altijd, stel voor jezelf de doelen welke vakken je eerst wilt leren en hoeveel inschattingstijd je hier ongeveer voor nodig hebt.

5. Trefwoorden en ezelsbruggetjes

   Ben jij makkelijk in het maken van ezelsbruggetjes? Gebruik dit dan ook bij het studeren. Ezelsbruggetjes zorgen ervoor dat jij je studiestof makkelijk kan onthouden en de lesstof niet meer vergeet. Ook trefwoorden onthouden werkt. Als je een trefwoord heel goed kan onthouden, dan kan je vaak ook in je geheugen terughalen wat de overige studiestof is geweest.

6. Zorg dat je alles mee hebt naar je examen

   Mag jij bij je examen gebruik maken van een werkboek, rekenmachine of woordenboek? Vergeet dit dan doen! Leg de benodigdheden voor jouw examen de avond voordat jij weggaat alvast klaar op een plek waar jij dit niet kan vergeten. Zorg ook dat jouw potloodpunt geslepen is, een puntenslijper mee is en dat je voldoende pennen mee hebt die goed werken.
   Tijdens de examens mag je soms kauwgom mee hebben, fruit of een flesje drinken. Wees goed voorbereid voor de spannende tijd.

Pesten

Pesten onder scholieren is een veelbesproken onderwerp in de huidige tijd.
Word jij gepest door je klasgenoten, schoolgenoten of op jouw buitenschoolse activiteiten?
Zit jij niet lekker in je vel of functioneer je niet meer goed op school doordat jij gepest wordt?
De gevolgen van pesten kunnen een groot effect hebben op jouw dagelijks leven, het kan je demotiveren, lichamelijke klachten geven, psychische klachten geven of jezelf laten terugtrekken. Laat het er niet bij zitten en onderneem actie.

In de huidige maatschappij gebeurt er zo veel mogelijk om het pesten tegen te gaan, zo zijn er verschillende trainingen die jou meer zelfverzekerdheid geven zodat je sterker staat tegen pesten.

Heb jij geprobeerd over het pesten te praten met vrienden, vriendinnen of familie?
Praten helpt. Wanneer jij kan praten over het pesten, dan kunnen mensen jou helpen om het pesten tegen te gaan of te stoppen. Ben je bang dat je het pesten erger maakt doordat je er met anderen over praat? Geef dit aan de persoon aan.
Binnen het onderwijs is er op iedere school een vertrouwenspersoon, een vertrouwenspersoon mag niet met anderen over jou praten en kan je helpen wat de beste manier is om het pesten tegen te gaan. Een vertrouwenspersoon op school zal dit altijd samen met jou in overleg doen en zal nooit zonder overleg actie ondernemen. Ook kan je met je mentor praten, jouw mentor is er om ervoor te zorgen dat jij je zo goed mogelijk voelt op school en dat je op je best kan presteren. Je mentor is vaak bekend met de pester en kan ook voor jou een gesprek aangaan.

Ook hulp van buitenaf is mogelijk, zo kan je bijvoorbeeld contact opnemen met de Kindertelefoon, de kindertelefoon is anoniem en de mensen achter de telefoon kunnen naar jou luisteren en advies geven. De kindertelefoon is iedere dag aanwezig tussen 14.00 en 20.00 uur op telefoonnummer: 0800-0432.